Rundskop en Geweld/Tête de Boeuf

We zagen “Rundskop” dit weekend in het kader van een weekend in Oostende over psychoanalyse en film van de Belgische School voor Psychoanalyse. Het komt me voor, in het bijzonder door mijn drie jaren als psychologe aan het psychiatrisch centrum van Beernem, dat de wereld van de hormonenmaffia en de illegale nebuleuze gewelddadige praktijken die ermee gepaard gingen (gaan?), een (onderkende, wellicht nog ongeduide) werkelijkheid is. Zo had ik toen als boutade dat ‘wat de Vlamingen zot maakt’ – voorbij het singuliere – in de eerste plaats te maken heeft met de twee wereldoorlogen, in de tweede met de kerk, maar ik zou daar wellicht in de derde plaats een weefsel van min of meer georganiseerde, vaak onopgeloste misdaadfeiten aan toe kunnen voegen. Ik herinner me één dierenarts – als patiënt opgenomen op latere leeftijd – die een heel dossier had over de moord op Van Noppen, en ook zijn eigen levensverhaal had neergepend, met o.a. een heel treffend ‘castrerend’ moment in de kindertijd. Maar ik herinner me ook een jongeman die al dan niet delirerend leek te getuigen over ‘beerputmoorden’ alsof hij iets daarvan rechtstreeks had waargenomen. Het onopgeloste van geweld, het geweld dat niet in de geschiedenis als dusdanig kon worden geduid, is wat verder gist, en tot krankzinnigheid en nieuw geweld leidt. Veel meer dan je zou denken. Er hoeft geen aanduidbaar onmiskenbaar beestachtig moment te zijn, zoals de Reële castratie van Jacky in de film, om mensen zot en/of ziek te maken. In de werkelijkheid bestaat het drama wel eens vaker zonder aanwijsbaar inauguraal moment van geweld, in zekere zin is in de werkelijkheid het drama van het dramatische dat er geen aanwijsbaar uniek causaal moment is.

Wat ik wil zeggen is dat die alom gelauwerde film stoelt op een Reële castratie als ‘evenement’, terwijl het evenement er inderdaad is, hoewel het elders is en op een minder spectaculaire, maar niet minder effectieve wijze (de misdadige onderwereld en de onopgeloste misdaadfeiten). De paradoxale vraag is: klaagt de film de hormonenmaffia aan of trekt die op zeer handige (wellicht niet bewust kwaadwillige) wijze een rookgordijn op?

Ik vond dat ook het communautair thema in de film een soortgelijke paradoxale behandeling kreeg: de grappige karikaturalisering ervan (‘Vlaams gezang’ etc) kan lijken op een soort van aanklagen (“wij weten wel beter”, “we doorprikken dit hier eventjes”) maar het lijkt meer op het opstrijken van een pluim voor openheid en progressiviteit dan over om het even wat anders, wat iets in beweging zou kunnen zetten (bv. een scherpstellen, een vertragen, een analyse, een bewerking, een investering van het denken, …) Enfin goed, hoe meer ik erover nadenk,  hoe meer ik vind dat ‘Rundskop’ ook doorspekt is van makkelijkheid. Maar in de algemene bewieroking van de film is het moeilijk het denken vrij te houden.

Ça m’a encore beaucoup travaillé dans l’après-coup et mon opinion s’est finalement arrêté à: je n’ai pas trouvé ‘Rundskop’  aussi impressionnant que ce que les critiques en ont dit. Je le trouvais, en fin de compte, probablement très ‘fait’, voire ‘sur-fait’, ajoutant du réel à la réalité, avec l’effet paradoxal qu’il est supposé dénoncer une réalité — la violence d’une certaine maffia — tout en couvrant complètement cette violence par un événement qui la masque, du fait de son aspect surfait, en résultat de quoi l’assassinat de l’inspecteur vétérinaire est finalement réduit à une anecdote (voire même à un attribut: une balle perdue dans une carcasse de voiture).