Een verschillend collectief geheugen zou deels verklaren waarom de politieke crisis in België zo lang heeft geduurd
Louvain-la-Neuve, vrijdag 9 december 2011
Onderzoekers uit verschillende Belgische en Amerikaanse universiteiten (UCL-Louvain, ULB-Brussel, HUB-Brussel, KULeuven en U. Antwerpen; resp. New School en Harvard) hebben een aantal studies en beschouwingen uitgebracht die enig inzicht kunnen bieden in de politieke crisis in België. De nadruk van dat onderzoek lag op de manier waarop herinneringen van verleden gebeurtenissen een invloed uitoefenen op de huidige verhoudingen, zowel op het politieke niveau als tussen groepen onderling. Volgens de onderzoekers, zou de politieke crisis deels verklaard kunnen worden door de uiteenlopende en soms tegengestelde herinneringen die de twee taalgroepen er over het verleden op nahouden.
De uiteenlopende herinneringen komen uit verschillende domeinen, onder meer taal, geschiedenis en economie:
– de Vlamingen hebben er moeite mee dat vele Franstaligen geen Nederlands spreken. Dit wakkert hardnekkige herinneringen van minachting en vernedering aan die stammen uit een tijd toen Vlaanderen door Franstalige elites werd gedomineerd. Dit zet ook hun overtuiging kracht bij dat de Nederlandse taal en de Vlaamse cultuur bedreigd worden en dat de Vlaamse identiteit beschermd moet worden.
– Franstaligen hebben er moeite mee om de huidige economische groei in Vlaanderen te aanvaarden. Dit wakkert herinneringen aan van een verloren gegane welvaart in hun eigen regio. Omgekeerd, slaagt Vlaanderen er niet in afstand te nemen van een gevoel van frustratie: Vlamingen hebben nog steeds het gevoel dat ze onderdrukt worden en slachtoffer zijn van de Belgische staat, ondanks het feit dat de economische macht nu in Vlaanderen ligt.
– Het debat over amnestie toont ook de diepe discrepanties in het collectieve geheugen: dit debat werd al in vele andere Europese landen gevoerd maar niet in België, waar Franstaligen aan het debat weigeren deel te nemen. Deze weigering leidt tot scherpe gevoelens van onrechtvaardigheid bij een aantal Vlamingen, en veelal ook tot woede, wrevel en wrok. Deze gevoelens zouden bepaalde aspecten van het Vlaams nationalisme kunnen versterken.
Het grote succes van de Vlaams-nationalistische partij N-VA in 2010 zou deels gedreven kunnen zijn door deze wrok in verband met het verleden. Uit een recente studie (Swyngedouw et Abts, 2011) is gebleken dat veel linkse Vlamingen op de N-VA hebben gestemd, ook al staat deze partij duidelijk aan de rechterzijde van het politieke spectrum wat het socio-economische betreft. Deze gegevens suggereren dat taal- en geheugenkwesties op dit ogenblik zeer belangrijk zijn in het stemgedrag in Vlaanderen vergeleken bij meer traditioneel ideologische aspecten die links en rechts onderscheiden.
Deze voorbeelden tonen hoe een uiteenlopend collectief geheugen bij de bewoners van de verschillende Belgische taalgemeenschappen mee vorm geeft aan de gevoelens die ze wederzijds jegens elkaar koesteren. Dit onvermogen om uiteenlopende voorstellingen uit het verleden te verzoenen verhindert Belgen er nu van om een sterk gevoel van nationale identiteit en van samenhorigheid te ontwikkelen
In hun onvermogen om pistes te bieden om al de facetten van het nationale verleden te integreren, hebben de Belgische politieke overheden gevoelens van wrevel en van wrok onder de burgers laten gedijen en zelfs opflakkeren. Om aan dit gebrek aan een gemeenschappelijke identiteit tegemoet te komen, moet de Belgische staat, volgens de onderzoekers, een federatieve rol spelen (wat die totnogtoe nooit deed) en erop toezien dat de gedeelde herinneringen worden erkend door al de betrokken taalgemeenschappen.
Dit onderzoek werd gecoördineerd door Olivier Luminet, professor aan het “lnstitut de recherche en sciences psychologiques” aan de Universite Catholique de Louvain (UCL). Het onderzoek is het resultaat van een interdisciplinair team onderzoekers uit de sociale wetenschappen: (sociale, klinische en cognitieve) psychologie, geschiedenis, politieke wetenschappen en literatuur. Hebben deelgenomen aan deze studie: Valerie Rosoux, Laurence van Ypersele en Susann Heenen-Wolff (UCL); Olivier Klein, Laurent Licata en Ariane Bazan (ULB); Marnix Beyen (UA); Elke Brems (KULeuven en HUB); Anne Verougstraete.
Deze studie is net uitgegeven als een speciaal nummer van het tijdschrift “Sage Memory Studies” en is beschikbaar op: http://mss.sagepub.com/content/early/recent. Het werk zal in het Frans en in het Nederlands vertaald en onder boekvorm gepubliceerd worden door resp. de uitgevers Mardaga en Snoeck; in het Frans wordt de titel van het boek ”Belgique/België : Un état, deux mémoires collectives ?”.